Verveling en bezorgdheid in tijden van corona

Sinds twee-en-een-halve week (16 maart) werk ik thuis. De regering heeft op advies van het RIVM besloten iedereen te adviseren thuis te werken, om zo de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Dit is een unieke situatie, eentje waar ik later naar zal terugkijken. Vandaar een brief aan mijn toekomstige zelf.

Italië en Spanje zijn momenteel het zwaarst getroffen binnen Europa, hoewel het aantal besmettingen in de VS ook rap stijgt. In Nederland vlakt de groei van het aantal besmettingen inmiddels af. Echter, de ziekenhuizen raken overbelast en zorgmedewerkers staan onder grote druk. Dankzij kunst-en-vliegwerk hebben ze tot nu toe kunnen voorkomen dat patiënten geweigerd worden, maar de vraag is hoe lang nog.

Het contrast met mijn situatie kan bijna niet groter zijn. Op mijn kamer in Utrecht leid ik een rustig en ontspannen leven. Ik heb geen reistijd meer, geen labexperimenten die kunnen mislukken en mijn agenda is schoongeveegd. Ik heb mijn flexibele treinabonnement voor in het weekend vorige week opgezegd, want treinreizen wordt sterk afgeraden door de NS.

Het werk is ontspannen. Ik sta nog steeds op de gebruikelijke tijd van 6:45 op, en ik begin nog steeds om 8:45 met werken. Echter, door het gebrek aan reistijd heb ik nu ’s morgens alle tijd. Ik werk als onderzoeker-in-opleiding bij het Amsterdamse instituut AMOLF. Ik werk op mijn laptop, maar tijdens kantooruren heb ik een toetsenbord en muis aangesloten, en heb ik van een stapel boeken een laptopstandaard gemaakt op mijn eettafel. Mijn kamer is nu een provisorisch kantoor.

Om 17:15 is het werk per definitie klaar en wordt mijn eettafel weer een eettafel. Tot nu toe at ik doordeweeks bijna elke dag samen met mijn huisgenoten. Eén huisgenoot vertrok na een week naar zijn ouders, waardoor we met z’n drieën overbleven. Na het eten maak ik meestal een wandeling in de buurt – je moet toch in beweging blijven.

De weekeinden zijn nu één grote leegte. Het eerste weekend na een volle week thuiswerken – het inmiddels beruchte weekend van 21 en 22 maart, waarin Nederland massaal vakantie vierde – ging ik nog naar mijn ouders in Enschede. Dat weekend nog besloot ik dat het geen goed idee was om steeds het halve land door te reizen, dus afgelopen weekend heb ik buitenshuis alleen een wandeling en een fietstocht in de buurt gemaakt. Binnenshuis biedt Wereldbouw afleiding – op deze Minecraftserver van mij en mijn broers is het nu veel drukker.

Het meest opvallende is hoe gemakkelijk het me afgaat. Treinreizen en op bezoek gaan worden sterk afgeraden, musea’s en horeca zijn dicht. Omdat ik huisgenoten heb kan ik aangevuld met digitaal contact dit semi-huisarrest prima aan. Daarnaast heb ik het geluk dat Nederland nog vrij soepel is qua coronamaatregelen: in landen als Spanje en Italië heerst een lockdown, waardoor die wandeling of fietstocht ook niet meer mag.

Langdurig thuiswerken is een unicum in AMOLF – tot nu toe was dat ten strengste verboden. Gelukkig heeft AMOLF het voordeel dat het klein en dus wendbaar is. Binnen een dag werd een heuse thuiswerk-infrastructuur opgetuigd. Zowel de oude als de nieuwe VPN werden uitgebreid, waardoor (anders dan bij veel universiteiten) men massaal kan thuiswerken met een open VPN-verbinding. De interne chatdienst Mattermost wordt nu veel meer gebruikt, het aantal leden verdrievoudigde. Presentaties, bijeenkomsten en vergaderingen gaan nu digitaal. Gebeurde dat de eerste dagen nog via Skype, nu is men massaal overgestapt op Zoom. De departementsbijeenkomst begon deze week weer, en volgende week vindt het eerste digitale AMOLF-brede colloquium plaats.

Zelf heb ik gelukkig prima thuiswerken, ik heb nog genoeg data-analyse voor de boeg. Ik zou mezelf maanden zoet kunnen houden voordat het echt irritant wordt. Eén project dat veel labwerk vereist ligt nu stil, maar voor andere projecten is nog genoeg te doen. Het vereiste onderhoudswerk in het lab (het in leven houden van organoïden, gekweekte mini-orgaantjes) is overgenomen door een collega.

Mijn toestand het beste te omschrijven als een rare mengeling van verveling en bezorgdheid. Verveling omdat alle dagen op elkaar lijken, bezorgdheid omdat de pandemie voorlopig nog niet achter de rug is. Hoe langer het duurt voor het virus wereldwijd onder controle is, hoe langer dit soort maatregelen nodig zijn. Volgens economen is recessie inmiddels zeker.

De hoop is op een vaccin of een effectief medicijn. Totdat tenminste één van die twee op grote schaal beschikbaar is, duurt de onzekerheid voort. Hoeveel slachtoffers zullen er vallen? Komt er een tweede golf? Een derde? Kan Nederland dit betalen? Komt er een eurocrisis?

Enfin, verveling en bezorgdheid. Morgen weer een dag. Net zoals vandaag.

Geef een reactie